Peter van Dulst
Peter van Dulst -
Hilversumse Architectuurprijs (HAP)
Nog even en Van Dulst legt de voorzittershamer neer. Dan heeft hij twee keer zes jaar zitting gehad als voorzitter van de stichting HAP.
De stichting HAP is ontstaan omdat er niets bestond in Hilversum voor architectuur. Bijna 12 jaar geleden werd het opgericht. In de statuten liet hij opnemen dat een voorzitter niet langer dan twee keer zes jaar zitting zou mogen hebben. Nu wordt er naarstig gezocht naar een opvolger.
Wat bracht Peter van Dulst naar Hilversum
Ooit begon hij met een studie klinische psychologie en eenmaal afgestudeerd, had hij snel in de gaten dat dat niets voor hem was. Na zijn kandidaats deed hij onderzoek naar functioneren van dienstencentra voor ouderen en kwam zo terecht in de ouderenpsychologie. Hij interesseerde zich voor ouderen en wonen en kwam zo in Utrecht, waar hij ook geboren is, bij stadsvernieuwingsprojecten terecht.
Later ging hij naar Hilversum en werkte daar als consulent opbouwerk. Zo was hij voornamelijk bezig met het begeleiden van bewonerscommissies en wijkorganisaties, maar ook steeds meer stadsvernieuwingsprojecten. In 1990 werd Peter gevraagd door woningbouwvereniging Patrimonium als hoofd verhuur en bewonerszaken.
In die functie hield hij zich voornamelijk bezig met volkshuisvesting en nieuwbouwplannen.
Hij kende inmiddels veel mensen in de regio en ging op pad om fusies tussen woningcorporaties voor elkaar te krijgen, tot er een gezamenlijke corporatie was: namelijk Dudok Wonen.
In de hele regio had Dudok Wonen zo'n zeven en een half duizend woningen. Peter kreeg de vraag of hij directeur wilde worden van een ontwikkelingsbureau. Zo werd hij directeur met een portefeuille van enkele honderden miljoenen euro's, let wel, voor de hele regio Gooi en Vechtstreek en Almere. Tot 2009 bekleedde hij met veel plezier die functie.
Geboorte stichting HAP
In 2009 werd Peter 60 en kon hij nog gebruik maken van een vervroegd pensioenregeling. Op zijn lijst stonden een studie filosofie, muziek maken (hij speelde in vele bandjes) en varen door Europa.
Hij wilde ook iets terugdoen voor de Hilversumse architectuur. In veel steden wordt er stil gestaan bij architectuur, maar zoiets bestond niet in en rond Hilversum. Stichting HAP werd geboren bij zijn afscheid.
Wat is nou mooie architectuur? Daar wordt veel over gesproken en naar gekeken.
We spreken over mooi, wat is mooi? Is mooi tijdgebonden? Is het functioneel? Denk aan gebouwen waar we nu met een gefronste wenkbrauw naar kijken, in de tijd dat ze neergezet zijn, vonden we dat mooi. Mooi is een lastig begrip: volgens Peter heeft het vooral te maken met verhoudingen. Denk aan de Guldensnede. (LINK naar Gulden snede)
Waar hij het meest trots op is? Peter kan en wilde niet één project aanwijzen. Er zijn vele mooie dingen gemaakt. Maar deze projecten wil hij wel noemen:
- project Liebergen (de huisjes van Dudok),
- de Toren van Van Zuuk op het Oostereind en
- de verbouwing van de Melkfabriek.
Die Dudok-woningen was echt een flink project met een lange adem. Tien jaar praten, vijf jaar bouwen en nu staat er een prachtige wijk, daar is hij heel tevreden over.
Toen ze net klaar waren met het project Liebergen werd hij door de directeur van de Nassauschool gevraagd een lesje te komen geven aan de kinderen.
Hij vertelde ze over de Amsterdamse School en over Dudok. Hij vroeg de kinderen: Wat vinden jullie nu het belangrijkste van je huis?
Het dak meneer, zeiden de meeste.
Verhoudingen, dat hadden de mensen van de Amsterdamse School door. Om de zoveel voordeuren zat er een breuk, zodat je kon zeggen kijk, daar woon ik.
Je herkent je eigen voordeur. Herkenbaarheid en geborgenheid, in plaats van een onafzienbare lange straat.
In de architectuur van de jaren 80 ging het vooral mis omdat er crisis was. Dat wordt nog wel eens vergeten. Er moest gebouwd worden, maar het mocht geen cent kosten.
Er werd somber gebouwd. Als je ernaar kijkt, dan proef je de crisis.
Een project dat hij vindt werken is bijvoorbeeld de Minckelerstraat. Opgezet om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Hij had graag gezien dat er meer van zulke projecten in Hilversum neergezet kunnen worden. Helaas komt het veel te langzaam van de grond.
Samenwerking
Alles staat en of valt met samenwerking: samenwerking tussen zorginstellingen en vastgoedeigenaren. Die samenwerking zou veel beter moeten zijn. Helaas kijkt men veel vanuit de eigen wereld. Over de rand van je eigen discipline heen kunnen en willen kijken. En alles met vastgoed heeft met geld te maken. Er heerst incidentenpolitiek. We lopen van incident naar incident. Meerjaren plannen zijn afgeschaft of uit het oog verloren.
Verbinding Hilversum oost en west
Zijn zorg gaat nu vooral uit naar de scheiding door het spoor tussen Hilversum oost en west. Die verbinding zou veel beter gestalte moeten krijgen dan hoe het nu is.
Hij houdt zijn hart vast. Als je namelijk kijkt naar de grondkosten, het opkopen van de huizen aan de Koninginneweg, dan houdt je zo weinig geld over voor een huisje, dan kan je alleen nog maar in de hoogte bouwen. De toezegging van de onderdoorgang van het station, hij vraagt zich af of het college die toezeggingen waar maakt.
Wat mist zijn mensen met een lange termijn visie. Er wordt nu vooral incidenteel een oplossing gezocht. De situatie om en rond de kleine spoorbomen vragen om een spoedige oplossing.
Kijk naar steden waar het wel is gelukt om verbinding in een stad tot stand te brengen, zegt hij, Heerlen en Delft. Wat een enorme steun is, is dat daar bevlogen mensen aan het roer hebben gestaan, met een lange adem. Bevlogen mensen die in de lange termijn zijn gaan denken. Vaak is een traject een lange adem en al duurt het dertig jaar, er komt een oplossing.
Het belang van de discussie
Peter blijft zich druk maken. Hij geeft als voorbeeld het plan wat deze zomer boven tafel kwam: 10 duizend woningen erbij. Wat mist in zo'n plan is een juiste analyse maar ook de werkelijke behoefte. We snoepen langzaam steeds stukjes van de natuur om ons heen af.
Voor de autonome aanwas zijn de komende tien jaar 4000 woningen nodig, waar wel plaats voor te vinden is. Ga je boven dat aantal uit, dan kies je eigenlijk voor expats.
Peter benadrukt nogmaals het belang van eerst discussie voeren, niet de plannen al klaar hebben liggen. Kijk hebben op wat er werkelijk nodig is en dan die lange adem.
Een goed oog hebben voor 'de stad in beweging'. Als je het goed doet betekent dat een groei van 2% per jaar. Diversiteit zou er niet alleen voor nieuw moeten zijn, maar ook een goed oog hebben voor bestaand bezit. Peter noemt de Electrobuurt. De discussie was, wat moet je met de Electrobuurt. Het liefst zou de bouwvereniging slopen. Dat plan is gaan schuiven. Door inzet en nadenken van bewoners, staan de woningen er nu weer prachtig bij.
Aandacht voor het nieuwe, maar ook aandacht voor het renoveren en opknappen van bestaande woningen.
Soms is het goed om als architect terughoudend te zijn. Goed te kijken naar de omgeving en daar een plan tussen zetten. Kijk naar Ridderspoor op de Koninginneweg. Dat is een mooi voorbeeld van een terughoudend ontwerp. Veel architecten vinden dat hun eer te na.
Voor de komende vijf jaar hoopt Peter dat de architectonische kwaliteit goed bewaakt wordt. Dat er niet bezuinigd wordt op een goed plan want je moet er de komende 100 jaar tegenaankijken.
De nieuwe voorzitter van stichting HAP
Van Dulst benadrukt nogmaals dat de stichting HAP volstrekt onafhankelijk is. De stichting krijgt de centjes uit sponsorgelden uit fondsen van Vastgoedbedrijven.
Hij zegt dat de nieuwe voorzitter een 'hoeder' moet zijn. Een hoeder van de stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit die in Hilversum geleverd wordt.
Als hoeder ben je het geweten van de stad. Het geweten van de stad kan een dankbare zijn. Men (de gemeente) is dankbaar als je het eens bent met de plannen, en wanneer je het oneens bent, ga je gebukt onder tegenwind. Dan is het van belang dat je rechtop blijft.
Als stichting is het van belang om kwaliteit te leveren, ook als dat tegenwind veroorzaakt.
Peter sluit af met een mooie anekdote van de Vlaamse architect Bob van Reeth die ooit gevraagd is om een plan voor het stationsgebied te maken en daar een ingetogen gebouw zette. Op de vraag waarom zo'n ingetogen plan zei Van Reeth op z'n Vlaams:
“Awelhe, er staat hier al zoveel te hyperventileren.”